Uit de Tao van Poeh, Benjamin Hoff

DE TAO VAN WIE?

We zaten laat in de avond te praten over de definitie van wijsheid en stonden juist op het punt om bij de hele boel in slaap te vallen, toen Poeh opmerkte dat zijn begrip van de Taoïstische principes vanaf zekere Verre Voorouders aan hem was overgeleverd.

‘Wie bijvoorbeeld?’ vroeg ik.

‘Poeh Tao-tse bijvoorbeeld, de beroemde Chinese schilder,’ zei Poeh.

‘Dat was Woe Tao-tse.’

‘Of wat dacht je van Li Poeh, de beroemde Taoïstische dichter?’ vroeg hij voorzichtig.

‘Je bedoelt Li Po,’ zei ik.

‘O,’ zei Poeh, terwijl hij naar zijn voeten keek. Toen bedacht ik iets. ‘Dat doet er trouwens niet toe,’ zei ik, ‘want een van de belangrijkste Taoïstische principes is naar jou genoemd.’ ‘Echt waar?’ vroeg Poeh, terwijl hij iets hoopvoller keek.

‘Natuurlijk – P’oe, het Ongekerfde Blok.’ ‘Dat was ik vergeten,’ zei Poeh.

Dus daar zitten we dan, op het punt om iets uit te leggen over P’oe, het Ongekerfde Blok. We zullen, op de klassieke Taoïstische manier, niet teveel ons best doen of teveel uitleggen, omdat we daar alleen maar in de war van zouden raken en omdat het de indruk zou wekken dat het allemaal maar een intellectueel idee is dat je op een intellectueel niveau kan bekijken en verder negeren. Dan zou je zeggen: ‘Nou, dit is nu wel een heel aardig idee, maar waar komt het eigenlijk op neer?’ Dus in plaats daarvan zullen we proberen om te laten zien waar het op neer komt, op allerlei manieren.

P’oe spreek je, tussen haakjes precies zo uit als Poeh, alsof je een vlieg van je arm blaast op een warme zomerdag.

Maar voordat we onze Huis-Expert ten tonele voeren voor een paar verhelderende opmerkingen, gaan we eerst nog iets uitleggen.

De kern van het principe van het Ongekerfde Blok is dat de dingen in hun oorspronkelijke eenvoud hun eigen natuurlijke kracht bevatten, een kracht die gemakkelijk verspild wordt en verloren gaat wanneer die eenvoud verandert. Van het geschreven karakter P’ oe geeft het gemiddelde Chinese woordenboek de definitie ‘natuurlijk, eenvoudig, puur, eerlijk’. P’oe is samengesteld uit een combinatie van twee afzonderlijke karakters: het eerste is het ‘radicale’ karakter – wat wil zeggen dat het de wortelbetekenis aanduidt – en staat voor ‘boom’ of ‘hout’; het tweede ‘fonetische’ of klankbepalende karakter betekent ‘dichte begroeiing’ of ‘struikgewas’. Dus van ‘boom in het struikgewas’ of ‘ongehakt hout’ komt de betekenis van ‘dingen in hun natuurlijke staat’, hetgeen in westerse versies van Taoïstische geschriften doorgaans wordt voorgesteld als het ‘ongekerf de blok’.

Dit Taoïstische basisprincipe is niet alleen van toepassing op dingen in hun natuurlijke schoonheid en functie, maar ook op mensen. Of Beren. Waarmee we weer uitkomen bij Poeh, het prototype bij uitstek van het Ongekerfde Blok. Als voorbeeld van het principe lijkt hij soms misschien wat té simpel. ..

‘Ik denk eigenlijk dat het wat meer naar rechts is,’ zei Knorretje een beetje benauwd.
‘Wat denk jij, Poeh?’
Poeh keek eens naar zijn twee pootjes. Hij wist dat het ene zijn rechterpootje was en als je wist welke het rechter was, dan was het andere het linker. Maar hij kon nooit onthouden hoe je beginnen moest.
‘Ja … ‘ zei hij langzaam.

… maar, hoe anderen misschien ook tegen hem aankijken, vooral degenen die zich door de schijn laten beetnemen, Poeh, het Ongekerfde Blok, is in staat tot de dingen die hij volbrengt, omdát hij een simpele ziel is. Zoals iedere Taoïst die uit het woud komt aangewandeld je kan vertellen, is een simpele ziel niet noodzakelijkerwijs stom. Het zegt nogal iets dat de roerloze, kalme, reflecterende ‘spiegelgeest’ van het Ongekerfde Blok het ideaal van het Taoïsme is en het zegt nogal iets dat Poeh, en niet de denkers Konijn, Uil of Iejoor, de ware held is van Winnie-de-Poeh en Het huis in het Poeh-hoekje.